Werkvorm 4: Muziektaal
Als je meer beleving wilt, heb je nodig:
Beschrijving
- Vertel de leerlingen dat in het circus een goochelaar rondloopt. Hij tovert muziekjes uit de tuba. (Heb je een muzikant in de klas? Zet hem/haar de goochelaarshoed op.)
- Welk muziekje horen de leerlingen? Ze geven antwoord door het juiste aantal vingers omhoog te houden.
- Laat de luisterfragmenten horen of laat de muzikant de fragmenten live ten gehore brengen.
- De juiste volgorde is 2, 3, 5, 1, 4.